Your browser does not support JavaScript!
Bijeenkomst van lotgenoten die kampen met depressie
  Welkom Gast, meld je snel aan! Maak Account    Log In   

 

Ik leef als een kluizenaar


#1

Ik leef als een kluizenaar. Elke ochtend ontwaak ik in een waas uit een vermoeiende droomloze slaap. Vervolgens lig ik als een lege hulst om me heen te staren. Ik grijp redelijk vlug de telefoon die naast mijn hoofd ligt en begin mezelf te verdrinken in media die me kunnen afleiden van gedachten. Ik wil mezelf niet horen denken, en ik wil geen stilte voelen. Ik wil niets. Ik wil niet naar buiten, ik wil geen mensen zien, ik wil mijn bed niet uit. Tegelijkertijd werkt mijn matras haast als een zwart gat. Ik val er dieper in en daarmee steeds dieper in mijn ellende. Het lijkt dat de zwaartekracht intenser wordt, hoe langer ik blijf liggen. Er is een remedie tegen deze gevangenis: opstaan. Opstaan en beginnen aan de dag. De voortstuwende uren vullen met bezigheden. Ik draag de sleutel in mijn handen, maar ik hanteer hem niet. Ik blijf liggen. Tot ik mezelf stoned van de filmpjes en de foto’s uit bed trek. Ergens diep in de middag. Achter mijn altijd gesloten gordijnen schijnt een vrolijke zon. Een vrolijke zon kan stemmigheid stralen, als je deze voor jezelf verborgen houdt, weet ik nu. Ik voel me opgejaagd door deadlines die verstikkender worden met elk verloren uur, maar ik doe er niets tegen. Het is zelfdestructief. Ik schaam me er diep voor. Ik hoopte dat mijn huidige en tijdelijke huisgenoten niet merkten dat ik zo leefde, maar toen ik laat in de nacht iemand vlak bij mijn raam hoorde zeggen dat “hij hier altijd wel zit, volgens mij”, kon ik van schaamte de grond inzakken. Ik gooi alle potentie weg die deze jonge jaren voor me hebben uitgestald. Ik leef een passieloos en ambitieloos bestaan. Het lijkt wel een vacuüm. Waarom voel ik me nergens thuis? Waar is mijn discipline gebleven? Ik was altijd wel wat lui, maar nooit was het zo verstikkend. Er waren dagen dat ik mezelf ergens in kon gooien, met oogkleppen op iets kon aanvallen. Doelen kon stellen, en ze kon halen, maar nu loop ik mak achter de feiten aan. Het idee van de aanblik die ik zal vertonen op straat weerhoudt mij ervan om naar buiten te gaan. Iedereen daar vindt iets van mij, denk ik dan. Het zal wel niet, maar ik voel de ogen op me alsof het de rode stipjes uit de lazers van sluipschutters zijn. Waar ik vroeger schaamteloos kon zijn, en zelfverzekerdheid kon uitstralen, zelfs als ik dit niet voelde, is dat nu ogenschijnlijk compleet verdwenen. Ik ben gevangen in mezelf en in dit onverdraagzaam platgeslagen leventje. Pieken en dalen bestaan niet, alleen een lange ruisende toon die soms door een heldere klank onderbroken wordt. Wanneer ik mijn vrienden zie, of wanneer ik intiem ben met iemand, dan lijk ik te voelen, maar vaak wel ingeluid met drank of drugs. Want nuchter begin ik te analyseren, en vind ik geregeld iets dat mijn stemming kan doen verbitteren. Ik nam één en een kwart pil XTC op een feest, verspreid over de avond in kleine doses ingenomen, en mijn lichaam gierde van genot. Ik was verliefd op het leven en het leven op mij, zoals de meesten ervaren in zo’n situatie, maar het was natuurlijk gefabriceerd. Het is nep. Ik moet mijn levenswijze veranderen om me beter te voelen, maar het zijn deze haast dwangmatige slechte dagelijkse keuzes die mijn dagen vormgeven. Het lijkt een vicieuze cirkel. Hoe doorbreek ik het? Wat moet ik nu doen? Het liefst zou ik willen stoppen met het hele gedoe dat dit leven is, maar er zijn mensen die om me geven. Als ik mijn eigen ellendigheid niet kan beteugelen, behelst dit niet dat het daarom goed is om iemand anders met verdriet op te zadelen. Ik weet niet of ze lang zullen rouwen. Of wie er zullen rouwen. Ik vrees het meest voor mijn vader en zijn verdriet. En wat als ik in de toekomst er ooit voor mijn neefje moet zijn. Wat als hij me nodig heeft, of mijn zus me nodig heeft. Ik kan mijn moeder ook niet achterlaten, ze heeft me nodig. Ze piekert, net als ik. Ze is kwetsbaar, lastig en ongemakkelijk. Wie heeft ze als ik er niet ben? Ik blijf mezelf uitsmeren over de dagen tot er een dag is dat niemand mij meer nodig heeft, en niemand me zal missen. Dan drink ik me murw uit flessen goedkope vodka en loop ik langzaam de zee in. Dan wassen de golven mijn lichaam en dagen rustig weg. Dan hoef ik niet meer wakker te worden. Dan is er geen ellende meer. Maar voor nu moet ik blijven, en gestaag doorstappen. En elke ochtend vechtend proberen uit mijn bed te stappen. Reikend naar mijn remedie. 
Antwoord

#2

Mooi beschreven, maar ik denk dat je wel zult moeten gaan ingrijpen . Ga hulp zoeken . Wat je beschrijft is niet goed kunnen voelen en daardoor komt er ook weinig binnen. Gevoelsarmoede is niet niets.  

Sterkte!
[-] 1 gebruiker zegt bedankt tegen Mabel :   • Ismhv
Antwoord

#3
(Dit bericht is het laatst bewerkt op 05-05-2022, 23:47 door Famke.)

(26-04-2022, 17:13)Ismhv schreef: Ik leef als een kluizenaar. Elke ochtend ontwaak ik in een waas uit een vermoeiende droomloze slaap. Vervolgens lig ik als een lege hulst om me heen te staren. Ik grijp redelijk vlug de telefoon die naast mijn hoofd ligt en begin mezelf te verdrinken in media die me kunnen afleiden van gedachten. Ik wil mezelf niet horen denken, en ik wil geen stilte voelen. Ik wil niets. Ik wil niet naar buiten, ik wil geen mensen zien, ik wil mijn bed niet uit. Tegelijkertijd werkt mijn matras haast als een zwart gat. Ik val er dieper in en daarmee steeds dieper in mijn ellende. Het lijkt dat de zwaartekracht intenser wordt, hoe langer ik blijf liggen. Er is een remedie tegen deze gevangenis: opstaan. Opstaan en beginnen aan de dag. De voortstuwende uren vullen met bezigheden. Ik draag de sleutel in mijn handen, maar ik hanteer hem niet. Ik blijf liggen. Tot ik mezelf stoned van de filmpjes en de foto’s uit bed trek. Ergens diep in de middag. Achter mijn altijd gesloten gordijnen schijnt een vrolijke zon. Een vrolijke zon kan stemmigheid stralen, als je deze voor jezelf verborgen houdt, weet ik nu. Ik voel me opgejaagd door deadlines die verstikkender worden met elk verloren uur, maar ik doe er niets tegen. Het is zelfdestructief. Ik schaam me er diep voor. Ik hoopte dat mijn huidige en tijdelijke huisgenoten niet merkten dat ik zo leefde, maar toen ik laat in de nacht iemand vlak bij mijn raam hoorde zeggen dat “hij hier altijd wel zit, volgens mij”, kon ik van schaamte de grond inzakken. Ik gooi alle potentie weg die deze jonge jaren voor me hebben uitgestald. Ik leef een passieloos en ambitieloos bestaan. Het lijkt wel een vacuüm. Waarom voel ik me nergens thuis? Waar is mijn discipline gebleven? Ik was altijd wel wat lui, maar nooit was het zo verstikkend. Er waren dagen dat ik mezelf ergens in kon gooien, met oogkleppen op iets kon aanvallen. Doelen kon stellen, en ze kon halen, maar nu loop ik mak achter de feiten aan. Het idee van de aanblik die ik zal vertonen op straat weerhoudt mij ervan om naar buiten te gaan. Iedereen daar vindt iets van mij, denk ik dan. Het zal wel niet, maar ik voel de ogen op me alsof het de rode stipjes uit de lazers van sluipschutters zijn. Waar ik vroeger schaamteloos kon zijn, en zelfverzekerdheid kon uitstralen, zelfs als ik dit niet voelde, is dat nu ogenschijnlijk compleet verdwenen. Ik ben gevangen in mezelf en in dit onverdraagzaam platgeslagen leventje. Pieken en dalen bestaan niet, alleen een lange ruisende toon die soms door een heldere klank onderbroken wordt. Wanneer ik mijn vrienden zie, of wanneer ik intiem ben met iemand, dan lijk ik te voelen, maar vaak wel ingeluid met drank of drugs. Want nuchter begin ik te analyseren, en vind ik geregeld iets dat mijn stemming kan doen verbitteren. Ik nam één en een kwart pil XTC op een feest, verspreid over de avond in kleine doses ingenomen, en mijn lichaam gierde van genot. Ik was verliefd op het leven en het leven op mij, zoals de meesten ervaren in zo’n situatie, maar het was natuurlijk gefabriceerd. Het is nep. Ik moet mijn levenswijze veranderen om me beter te voelen, maar het zijn deze haast dwangmatige slechte dagelijkse keuzes die mijn dagen vormgeven. Het lijkt een vicieuze cirkel. Hoe doorbreek ik het? Wat moet ik nu doen? Het liefst zou ik willen stoppen met het hele gedoe dat dit leven is, maar er zijn mensen die om me geven. Als ik mijn eigen ellendigheid niet kan beteugelen, behelst dit niet dat het daarom goed is om iemand anders met verdriet op te zadelen. Ik weet niet of ze lang zullen rouwen. Of wie er zullen rouwen. Ik vrees het meest voor mijn vader en zijn verdriet. En wat als ik in de toekomst er ooit voor mijn neefje moet zijn. Wat als hij me nodig heeft, of mijn zus me nodig heeft. Ik kan mijn moeder ook niet achterlaten, ze heeft me nodig. Ze piekert, net als ik. Ze is kwetsbaar, lastig en ongemakkelijk. Wie heeft ze als ik er niet ben? Ik blijf mezelf uitsmeren over de dagen tot er een dag is dat niemand mij meer nodig heeft, en niemand me zal missen. Dan drink ik me murw uit flessen goedkope vodka en loop ik langzaam de zee in. Dan wassen de golven mijn lichaam en dagen rustig weg. Dan hoef ik niet meer wakker te worden. Dan is er geen ellende meer. Maar voor nu moet ik blijven, en gestaag doorstappen. En elke ochtend vechtend proberen uit mijn bed te stappen. Reikend naar mijn remedie. 

Ik snap het gevoel!
Antwoord



Lijst met mogelijk verwante topics
  Waarom leef ik ? Started by Roux
17 Replies - 4,273 Views
08-10-2019, 17:28
Laatste bericht: Liefde+Hoop



Gebruikers die dit topic lezen:
1 gast(en)